Thuis in mijn bubbel

Grote broer, schouderlang haar, rent gillend rond te tafel. Er zit een splinter in zijn vinger, en die moet eruit, maar daarvoor mag geen naald en geen nagelschaartje gebruikt worden. 

Het kind is erg stoer, maar ook extreem kleinzerig. Verschillende pogingen later zit de splinter nog steeds in de vinger. 

Het huis is behoorlijk aan de kant, de weekendagenda is leeg en luchtig. Het zondagse ontbijt staat op tafel. Ikzelf moet drie kwart van de tijd rondlopen om dingen op te rapen, af te spoelen, op tafel te zetten … Niets nieuws onder de zon. 

Lees verder

Over ijkpunten en fietsende kinderen

Ik blijf het doen, schrijven. En nog het liefst van al in het echt en het liefst van al naar mensen van wie ik weet dat ze evenveel deugd hebben van brieven krijgen als ik van brieven schrijven. Op handgeschreven bladen die ik daarna van een enveloppe en een postzegel voorzie en op hun reis naar die andere brievenbus stuur.

Ik heb ze nodig die ijkpunten. Die rustpunten die mijn bijwijlen chaotische leven overzichtelijk houden.

Fietsen

Nog zo’n ijkpunt dat ik sinds begin dit schooljaar aan mijn leven heb toegevoegd is de fietstocht van en naar mijn werk. Twee keer 40 minuten enkel mijn fiets en ik. Niets anders. Beyond reasoning, wat dat doet met mijn mentale hygiëne.

Ik probeer de microbe door te geven aan mijn kroost. Het schrijven oogst momenteel weinig bijval, het fietsen begint na even doorbijten aan te slaan.

Vorige vrijdag nog. Zo’n onverwacht klein geluksmoment.

Ik had nog wat opruimwerk op school en was uit het oog verloren dat manlief de kroost niet naar de atletiek kon brengen. Uiteraard zat ik te laat op mijn fiets om de kinderen op het startuur bij de training af te leveren. Een telefoontje naar de oudste zoon bracht soelaas.

‘We komen al naar de brug aan de vaart’, zei het bijwijlen zeer chaotische kind dat net als zijn moeder een meer dan gemiddelde nood heeft aan ijkpunten. ‘En daar wachten we.’ ‘De lampjes zijn opgeladen.’

Ik zag de brug aan de vaart opdoemen, maar daar stonden ze niet. Of toch? Ja, ze kwamen eraan. Kleine broer had zijn jeansbroek nog aan. Er was wat onenigheid. Door kleine broer waren ze te laat. Hij had de boel opgehouden en hij had dat nog grappig gevonden ook.  Hij had zijn sportbroek niet gevonden. Maar ze waren er. En hun lampjes brandden en 3/4 had er zelfs aan gedacht om zijn fluohes aan te trekken. Grote zus mopperde. Ze vond het te koud en te ver. Maar ze zat op haar fiets en vergat heel snel waarom ze aan het zeuren was.

Het kleine sprotje was liefdevol in de zetel geïnstalleerd door grote broer en vroeg me bij thuiskomst of ik even bij haar kwam zitten.

Ik had geen tijd en mijn huis was een stal. Maar de schoolkleren van het grut lagen wel op de salontafel en niet verspreid over het huis. De buitendeur was dicht en de lichten boven waren gedoofd.

Zouden ze het beginnen snappen? Dat je ijkpunten moet hebben om het te redden. Dat de hemel niet bestaat, maar dat het oh zo schoon kan zijn als iedereen zijn best doet om de boel geregeld te krijgen.

Op vrijdag zit ik even in mijn zetel met mijn kleinste sprotje. Ik luister naar haar gekwetter. In het nu, daar moet je zijn.

En daarna eten we croques. Elke vrijdag. Vorige vrijdag enkel voor de kroost in het gezelschap van een babysit.

Omdat wij erop uit waren met vrienden. In het echt. Nog zo’n ijkpunt dat het leven oh zo schoon en oh zo de moeite waard maakt.

 

Leuks voor West-Vlaamse kinders

Hij klokt alweer over halfweg, die fijne zomer van 2019. Aangezien manlief telkens pas in augustus vakantie neemt, heb ik er als ‘onderwijsmens-met-al-die-vakantie-weet-je-wel’  enkele weken opzitten waarin ik overdag de kindervreugde solo voor mijn rekening heb genomen.

Met nog maar één kleuter in huis, zien mijn zomerdagen er helemaal anders dan pakweg 3 jaar geleden. Geen potjes, papjes en en dutjes meer. Ik hou het bij deze ene stelregel: Vertrek nooit ergens heen zonder een drinkbus water.

Vakanties moeten niet volgesjouwd en volgepropt zitten met 97 uitstapjes per dag. Voor mij mag er af en toe eens een Kondodagje thuis tussen zitten ook. De kroost is daar minder van overtuigd en durft daar al eens een zaag over te spannen. Edoch, uiteindelijk vinden ze thuis altijd wel een creatieve bezigheid en vergeten ze op den duur dat ze zich aan het verveeeeelen waren.

Nu de kinderen de weldadigheid van zomerkampen mét overnachting hebben ontdekt, ben ik plots heel af en toe ‘ns helemaal alleen thuis overdag en eigenlijk vind ik dat helemaal niet onprettig.

Toch de hort op? Dan kan ik je wel even op weg helpen met enkele evergreens voor onze kroost.

De Sierk

In Familiepark De Sierk  in Klemskerke is altijd, maar dan ook altijd leuk. In dit speelpark installeer ik mij met een goed boek, spreek ik met de kroost af dat ze één iets mogen kopen om te eten of te drinken, zo ongeveer anderhalf uur na aankomst en dat ze voor de rest hun plan moeten trekken.

Uiteraard doe ik af en toe mijn toer om te kijken of alles kits is met iedereen. Maar eigenlijk kan er je kind in de Sierk niets overkomen. Alles is er zo heerlijk chill en zo magnifiek goed gevonden. Er is een leeuwenkuil met een echte pluchen leeuw, er is een plek waar het grut met recupmateriaal kampen kan bouwen, er zijn glijbanen, draaidoeken, hokjes gevuld met plastic beesten en caravanachtig iets waar de kinderen met poppen kunnen spelen, er zijn grijpkraantjes … . Dit allemaal heel erg oldskool, maar och zo tof, ook voor onze grote broer die met zijn 10 lentes, zomers, winters en herfsten echt nog helemaal in de doelgroep past.

Cirque plus

Ook Cirque plus , het jaarlijkse 3-daagse circusfestival in de tuinen van het Grootseminarie in Brugge staat bij ons met stip  op de agenda. Mooi meegenomen is dat nagenoeg alle voorstellingen gratis zijn. Met de fiets staan we er in een kleine 3 kwartier en ook hier spreken het ambachtelijke en het ongedwongene van alles ons enorm aan.

Grote broer is al jarenlang een enthousiast lid van Circus Woesh. Voor hem was het dus extra leuk meegenomen dat zijn lesgevers er ook waren en dat hij ook al een paar kunstjes kon laten zijn met het aanwezige speelmateriaal van Woesh.

Dit jaar had ik wel voor het eerst het gevoel dat Cirque Plus wat te populair aan het worden is. Een peuter verlies je hier zo uit het oog. Thank god dus, dat ik er geen bij had. Afspreekplekjes vastleggen voor het geval je een kind uit het oog verliest, is hier dus zeker een must.

 

Kunstenfestival Watou

Naar de poëziezomer van Watou nam ik dit keer enkel het kleinste sprotje mee wegens maar één kind beschikbaar. De rest was weg met Kazou.

Inhoudelijk vond ik alles ietsje flauwer dan dan de editie van 2017 die ik samen met een lieve vriendin met heel veel verteltalent, haar 3 kinderen, mijn 5-tal en één geleend exemplaar ging bezoeken. Wat ons dit jaar ondanks wat pas- en meetwerk niet is gelukt.

In de verschillende binnenruimtes was er niet echt één specifiek werk dat me meteen aansprak. Alles kwam nogal lauwtjes over. Zo van: ‘Oei het is weer poëziezomer in Watou, wat moeten we nu weer verzinnen?’

De nieuwe begraafplaats had met het venster naar niets had wel iets beklijvends. Ook het koffiehuis De Filosoof bleek een ontdekking.

Dranouter

Ben je nog nooit in Dranouter geweest? Ga dan alstublieft eens en vertel mij hoe het was. Ik ben er zeker van dat je het woord ‘fantastisch’ zult gebruiken in je omschrijving.

Ik ontdekte Dranouter in mijn studententijd toen kotgenoten me op sleeptouw namen. Sindsdien heb ik met een kort intermezzo wegens teveel getsjool met een te omvangrijke schare zeer jonge kinderen zelden een editie overgeslaan.

Dit jaar bracht ik de zaterdag op het festivalterrein door in het gezelschap van grote broer, het oudste neefje, kleine zus en het kleinste sprotje.

Ik pikte maar 2 optredens mee. Een van Jan De Wilde in de grote tent en een magistraal-ontwapenende show in de kerk van Wannes Cappelle, broeder Dieleman en Frans Grapperhaus. Voor de rest deinde ik rustig mee met wat de dag me bracht.

Dat magistrale moment nu: Op een kussentje vooraan in de kerk met mijn 2 meisjes dicht tegen me aan genoot ik van elke seconde, elke noot en elke lettergreep van wat Cappelle en co brachten. Het kwam niet in me op om op dat moment mijn camera boven te halen. Zo sacraal voelde ‘Dit is de bedoeling’ aan. Het leek wel telepathie toen Dieleman vertelde over zijn jeugdjaren in een reformatisch milieu in Zeeuws-Vlaanderen omdat ik in de wachtrij om de kerk binnen te geraken even verdwenen was in een boek van de Nederlandse auteur Franca Treur over dezelfde thematiek. Tel daar mijn kleinste sprotje bij dat met een vlekkerige stylo een huis met een hond en een schommel op mijn hand aan het tekenen was en je kunt je iets voorstellen bij mijn mindset.

En dan heb ik je nog niet verteld dat het optreden bij het vallen van de avond plaatsvond waardoor het stervende licht dat de ruimte binnenviel de sfeer nog feeërieker maakte.

Ik vond de 2 grote jongens terug op ons afspreekplekje. Ze hadden plastic bekers verzameld en hadden er een tolletje van laten maken. Ze hadden bonnetjes geruild met een ander gezin uit onze hometown dat zo mogelijk nog meer verslingerd is aan het jaarlijkse Dranouterfeest. Ze waren content, ze waren blij dat ze erbij waren, met mij in Dranouter.

Ik reed naar huis door de nacht. Ik haat autorijden, maar voor één keer vond ik het niet erg.

‘Uw kinders zijn uw kinders niet’, zongen ze in de kerk en ‘Wie niet kan tegenspreken is niet vrij’ (in het West-Vlaams uiteraard). Ik wist het al, ik wist alles wat ze zongen al maar het was oh zo mooi.

 

 

Feesten voor gevorderden

Uw zwetende puber en uw uitgeputte student moeten nog even volhouden. But I, I made it. Ik kreeg ze opgesteld, die dekselse examens Nederlands. Waarvoor ik karrenvrachten boeken meebracht uit de bib, Humo’s schooide bij een vriendin en urenlang zocht naar actuele teksten die bevattelijk en toch uitdagend genoeg zijn om uw puber ervan te overtuigen dat Kafka springlevend is, ook vandaag nog. 

Tip voor mezelf: Zorg voor examens die iets vlotter te verbeteren zijn. (Almost there) 

Tussen al dat examengewroet kreeg ik ook nog in een handomdraai een communiefeest en twee verjaardagsfeesten ineengedraaid.

Enkele tips om op dat vlak ‘foert’ te zeggen tegen de juiste dingen. Wees gerust: mijn gasten waren content en ik ook.

Marshmallows roosteren

Mijn 10-jarige belhamel mocht de spits afbijten met een avontuurlijk verjaardagsfeestje met vuur, marshmellows en een ‘niet-kinderachtig opdrachtje, mama’ in het nabijgelegen natuurgebied, De Schobbejak.

‘Luister vriend’, had ik gezegd. ‘Ik heb niet veel tijd om schattenjachten te bedenken. Ik trek me tot 16 u terug in mijn bureau om te werken. Jij bereidt voor met papa en de broer en zussen’.

Het kind had een assortiment stokken bijeengezocht voor de marshmallows, het grut was met bloem en keukenrol aan de slag gegaan om het meelballengevecht voor te bereiden. Ik gooide chocolade, slagroom en eiwit in de keukenrobot  voor de chocomousse en dat was het. Mijn kind van 10 had zijn eigen feest helemaal zelf ineenbokst. Tussen 19 u en 22 heerste er vrede in en rond ons huis.

Mijn oudste is er een van de competitieve soort. Een dag, nee een minuut zonder rock-‘n-rol, is een verloren minuut. Dit zeer geslaagd feestje bezorgde mij daarom des te meer een voldaan gevoel.

Hacks voor een feest voor een kind dat wel iets heeft van een stuiterbal:

  •  Laat het kind zelf voorbereiden, enkele dagen op voorhand wel even kortsluiten (genre: Ik zorg voor 10 ballonnen als jij 10 stukje koord van de bol snijdt, jij zoekt 10 min of meer even grote keien bij elkaar, ik zorg dat er bloem en keukenpapier in huis is …)
  • Voorzie een bokaal met naamkaartjes van de gasten. Zo verdeel je je groep in een handomdraai in twee en vermijd je competitievervalsing. Nee, het is niet eerlijk als de jarige en het neefje dat hier kind aan huis is in dezelfde groep zitten.
  • Betrek de gasten bij de bereiding van het maaltje. (Geef ze een stok om zelf hun marshmallow te roosteren, laat ze zelf hun stokbroodje doorsnijden …)

Feest voor twee

Voor het communiefeest voor kleine zus en kleine broer, aka de tweeling, ging ik zelf aan de slag in de keuken. Manlief nam een dag verlof om het terras in de tuin te voegen en alle buitenruimte enigszins toonbaar te maken.

Voor het middagmaal met de familie kocht ik bereide vispannetjes en maakte ik zelf gratinaardappelen. ’s Avonds was er huisgemaakte vol-au-vent met frietjes en een schaal groenten. Iets te weinig, zo bleek achteraf , want mijn vleeskom was nog net niet schoongelikt.

Voor hapjes vond ik geen tijd meer. Of het moest dat restje gehakt zijn waar ik wat bladerdeeg omrolde om er worstenbroodjes van te maken. Een chipje smaakt ook altijd he. En als die ook opraken,  zet je een van je kinderen op de go-cart en stuur je een neefje mee om de voorraadkast van je broer die even verderop woont te plunderen.

Het dessert was huisgemaakt. Maar niet allemaal in mijn huis. Dankjewel aan de dappere baksters. 

Hacks voor een communiefeest: 

  • Een springkasteel (evergreen, I know) met een glijbaan als het even kan. Zo blijft het ook voor de grotere kinderen (10 +) fun. Knijp een oogje dicht als je ziet dat je oudste de ladder uit de brouwerij haalt om die als extra attractie toe te voegen aan het springkasteelgebeuren.
  • Een pinata: Uren voorbereidplezier, een goede les in sociale vaardigheden (‘Nee, the winner takes it all’, gaat hier niet op)
  • ‘Ja’ zeggen als één van de gasten vraagt of hij iets kan doen: ‘Kun jij chocomousse maken en jij rabarbertaart?’ En dan heb ik het nog niet gehad over die fantastische unicorntaart.
  • Helpende handen aanspreken om het eet- en drinkgebeuren in goede banen te leiden en om achteraf niet nog een hele dag zelf te moeten opruimen. Dankjewel Astrid en Steven.
  • Doe wat je kan en laat de rest voor wat het is. Sorry, dit jaar geen tijd voor hapjes en voor fotoversiering.

En dan zitten we nog met een jarige

Regels zijn er om te respecteren. Vanaf 5 jaar krijgen onze kinderen een verjaardagsfeestje met vriendjes.

Kleine zus had er maanden naar uitgekeken en blies toch wel net de dag na het communiefeest die vijf kaarsjes uit zeker.

Was dat een makkie, dat feestje. De 5 uitverkoren bezoekertjes bleken uitzonderlijk rustig. Een prinsessenjurk en een pannenkoek meer hadden ze eigenlijk niet nodig. Maar er was meer, onverwacht.

Een oud-collega was op zoek naar ‘probeerkindjes’ om haar schminkskills  een beetje aan te scherpen. Ze stuurde mij op zondagavond een berichtje daarrond. ‘Het is goed’, zei ik, ‘morgen tussen 13 u en 16 u staan er vijf 5-jarigen voor je klaar’.

Hacks voor een eerste verjaardagsfeestje: 

  • Hou het simpel, zowel wat aantal gasten als wat activiteiten betreft.
  • Pas je aan aan de rij- en rusttijden van de kinderen. Ik ging van start om 13 u. Zo heb ik 60 vragen van het feestvarken over ‘Hoe lang nog?’ vermeden.
  • Moei je niet te veel met het spel van de kinderen. Hou je wat op de achtergrond en laat ze gewoon spelen.

 

 

 

 

 

 

Een laatste eitje uitbroeden en daarna …

Vijf jaar geleden was alles anders. We keken samen uit naar een heel erg welkom 5e kind, toen ik nog voor mijn 25e zwangerschapsweek in het ziekenhuis belandde vanwege complicaties door een voorliggende placenta.

De weken die volgden waren bang en donker. De schrik voor ‘wat als’ … was reëel. Maar toch … het net sloot zich. Manlief vond snel een nieuw ritme. Grote broer en grote zus raakten elke dag vlot op school, de tweeling ging gewoon verder naar de crèche en bleef op weekdagavonden bij oma en opa slapen. Lees verder

Meisjesstreken en jongensmanieren

Tja, onze kinderschare is oneven. Een van beide seksen moest dus wel in de minderheid zijn. Met 2 jongens en 3 meisjes valt het met dat onevenwicht  numeriek in elk geval best mee.

Hoe anders is het wat gedrag, temperament en favoriete bezigheden betreft. En nee, manlief en ik cultiveren het bovenstaande niet doelbewust. Het is er gewoon. En ja, wij willen dat onze jongens én onze meisjes zorgzame, respectvolle, kritische, eerlijke wereldburgers worden.

Lees verder

Het licht van de dagen

Er moest carnaval gevierd worden vandaag op de school van mijn kinderen. Dit maakte mijn puppy’s uiterst enthousiast en gaf mijn doorgaans goed georganiseerde ochtendspits de allures van een slecht georganiseerde studentenfuif.

De curverbak die doorgaans 5 volledige tenues omvat gaande van onderbroeken tot rokken, jurken, kousen en broeken bevatte vanochtend enkel de kousen en het ondergoed.

Lees verder

De knetterdagen

Ik gebruik vaak een eigen vocabulaire als ik met mijn kinderen praat. Dan zeg ik dingen als ‘als ik klaar ben met smurrie ruimen’ speel ik even met jullie mee. ‘Smurrie ruimen staat voor opruimen, puin ruimen, de was plooien, afwassen, …’

Stop met ‘ruffelen en dummen’ staat voor stop met ‘roepen, tieren, zagen, overdragen, zeuren om koeken’.  En als we naar huis gaan, neem ik geen kinderen mee, maar laad ik mijn ‘puppy’s’ in. Lees verder