Teacher life: Mijn 5 gouden regels

9 schooljaren geleden stond ik er voor het eerst terug. Voor een klas. Als leerkracht op een middelbare school. Op 1 september.

De komst van mijn 1e kind had me even daarvoor doen beseffen dat ik daar op professioneel vlak altijd al het gelukkigst was geweest.

Het verhaal was uiteraard iets gecompliceerder dan dat, maar in essentie komt het erop neer dat ik uit het onderwijs stapte omdat een opeenvolging van korte interims en de niet altijd even correcte afhandeling daarvan (lees: examens maken voor een ander terwijl mijn contract al afgelopen was, opdrachten die liepen tot de voorlaatste dag voor een schoolvakantie, vakken geven waarvoor ik niet was opgeleid … ) de rek er wat hadden uitgehaald.

Ik vond een job buiten het onderwijs, leek daar aanvankelijk mijn draai te vinden, maar kwam na een dik jaar tot de conclusie dat mijn hart op school gebleven was. De iets moeizamere vervulling van een kinderwens zorgde ervoor dat het veel te lang duurde vooraleer ik dat doorhad.

De rest is geschiedenis.

Er volgden nog 4 kinderen. In 3 jaar tijd. (We wisten ondertussen hoe het moest. )

Ik bleef werken. Ik bracht een prematuur geboren tweeling waarvan de kleinste na krap 4 maanden net 4 kilo woog naar de crèche om te kunnen gaan werken. Na de komst van ons kleinste sprotje, 20 maanden later, nam ik wel ouderschapsverlof. 7 maanden lang. Om de schade in te halen. Wellicht.

Ik doorliep het traject van bang afwachten of er op opeenvolgende 1 septembers wel plaats en uren voor mij zouden zijn Of ik zou kunnen blijven of ik zou mogen terugkeren. Of dit, of dat …

Gelukkig wist ik ondertussen dat ik buiten het onderwijs nog geen fractie van de voldoening en arbeidsvreugde had gevonden van wat ik tijdens die gouden uren van lesgeven had mogen ervaren.

Ik haalde ze, die benoeming, en ik blijf voorlopig waar ik ben.

Maar ik weet dat dit geen eindpunt is. Dat blijven waar je bent geen wachthuisje impliceert, geen klaslokaal waarvan je de deur netjes opent als de bel gaat en dichttrekt terwijl diezelfde bel – die het einde van het laatste lesuur aankondigt – nog nagalmt.

(De route van de schoolbus van kleine broer is ondertussen herbekeken. Dankjewel hiervoor. Ik hoef hem nu niet meer van tussen zijn slapende broer en zus te plukken. Hij kan gewoon opstaan met de rest. )

4 dingen die ik tegen de mezelf van 9 schooljaren geleden zou ik willen zeggen.

Als je de kans krijgt om te tonen wat je in je mars hebt dan blijf je als leerkracht echt wel overeind.

Als je stap voor stap gaat en je je niet voortdurend afvraagt hoe anderen (directie, collega’s, leerlingen …) het voor jou beter kunnen maken, maar uitgaat van ‘Wat kan ik zelf doen?’ dan ga je vooruit.

Als je oprecht wil dat je leerlingen bijleren dan slaag je erin om een veilige haven te creëren waar dat mogelijk is. Niet elke dag, niet elk uur, niet altijd 100 % en niet altijd voor elke individuele leerling. En dat is geen drama. Ik geef mezelf vaak ‘punten’ voor mijn lessen en opdrachten. De achten en negens behoud ik. Alles wat minder dan 8 is heeft op zijn minst een stevige herziening nodig.

Als je van je job houdt dan ben je voortdurend in de weer, maar dan voelt dat heel vaak niet aan als werken.

1 belangrijk ding dat ik tegen de mezelf van dit schooljaar wil zeggen

Je bent een mens. Boven alles.

Met een partner, met een gezin, met eigen noden. Geven is mooi, het mooiste wat er is. Maar geef met mate.

Breng over, enthousiasmeer, werk uit, verbeter, zoek op, werk uit, maak beter …

Verlies daarbij de klok uit het oog en je goede voornemen om …

Vol overgave.

Maar toon aan jezelf en aan je leerlingen dat niemand eindeloos kan geven.

Als iedereen dat zou gaan doen. Dan …

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s