Cassis met / zonder trekrugzak

Ik moest heel even bekomen. Bij thuiskomst. Van onze schooltrip naar Marseille en Cassis. Het was schoon, het was warm, het was gezelllig. Het was alles waar ik van gedroomd had en het was even weg van de wereld. Maar uiteraard was het ook tjsolen, slepen en af en toe ook een vleugje frustratie verbijten. (Ondertussen zijn we bijna 3 weken verder en blijkt dat bij de leerlingen vooral heel veel mooie herinneringen zijn blijven hangen.)

Onderweg

We reisden met de trein vanuit Lille-Europe, met een overstap in Parijs (van Gare du Nord naar Gare de Lyon). Comfortabel en vlot. Het leek alsof we er in één, twee, drie waren. Ook de terugkeer verliep ontzettend vlot. Jammer dat er geen treinaansluiting was tussen Lille en Brugge die haalbaar bleek waardoor we voor de heenreis de hulp van een aantal ouders inriepen en voor de terugreis een bus moesten inleggen.

Ons logement in Marseille lag een aantal metrohaltes en een fikse wandeling van het oude centrum verwijderd. Van de buitenkant zag het er vrij indrukwekkend uit. De binnenkant, met name de kamers en het sanitair hadden iets meer vergane glorie over zich.

Toch was het er heel fijn toeven en hadden de leerlingen ruimte genoeg om buiten wat rond te hangen of een zelf meegebracht hapje op te eten in de keukenruimte. De aanwezigheid van Stephen, een krasse Australiër die Europa op de fiets verkende en meteen aan de praat raakte met de leerlingen, en de heldere avond buiten aan de tuinbanken met een knabbel, maakten veel goed.

Marseille zelf was echt mooi om te zien. Zeker nadat de regen op de 1e avond vervangen was door een stralend blauwe lucht. Heldere lucht, een mediterrane vibe, veel leven op straat, …

Elke leerling had een spreekoefening voorbereid over iets wat verband hield met Marseille. Heerlijk om te zien hoe (bijna) iedereen het beste van zichzelf gaf om zijn uitleg zo goed mogelijk te geven. (Hier is de basiliek Notre Dame de la Garde de klim zeker waard. Ook L’Ombrière, de overkapping met spiegeldak bij Le Vieux Port werd heel erg gesmaakt.)

Vergeet ook niet om voldoende tijd vrij te maken voor een tocht door de oude wijk Le Panier waar heerlijke streetart te bewonderen valt.

2 dagen Marseille bleek helemaal ok wat timing betreft.

Op naar Cassis

Voor het 2e deel van ons avontuur moesten we op fysiek vlak meteen heel veel tellen hoger schakelen.

Er liep wat mis tijdens de busrit van het station van Cassis naar het vertrekpunt voor de voettocht naar ons 2e logement, het hostel ‘La Fontasse’, verscholen in het natuurgebied Les Calanques en daardoor enkel te voet bereikbaar.

De stadsbus die niet op voorhand te boeken is, bleek niet voorzien op een groep van 26 man waardoor we moesten opsplitsen. Ik ging mee met zij die wel op de bus konden. We verloren wat tijd met herorganiseren, hadden nogal wat leerlingen bij die een rolkoffer bij hadden in plaats van een trekrugzak waardoor de tocht naar boven, over een grindpad, een helletocht werd. (Lees iedereen was moe, sommigen konden geen voet meer verzetten, er moesten koffers gewisseld worden, iemand struikelde en bezeerde zijn knie, een ander had honger en werd een beetje kregelig en ik, ik werd gewoon heel erg ongerust omdat mijn eigen vaatje energie langzaamaan leegliep en ik nu eenmaal geen navigatieheld ben.) Omdat het te laat en te donker was om nog te koken, moest de ergste honger bovendien gestild worden met enkel een dikke snee brood met kaas of choco. Tel daar nog bij dat er druk naar huis gebeld werd met verhalen over rolkoffers met stukgelopen wieltjes, pijnlijke voeten, slaapzalen die erg basic waren ingericht … en je kunt je iets voorstellen bij de ‘mood of the night.

(Zo’n moment waarvan je weet dat het ooit een straf verhaal wordt, maar waar je op wel zelf even doorheen moet.)

Ik sliep uiteindelijk wel als een blok en had maar een heel klein beetje last van snurkende kamergenoten. Hetzelfde bleek gelukkig ook voor de meeste meereizende jongelui het geval. Iedereen fleurde geleidelijk aan op aan de ontbijttafel in de zon, het uitzicht werd uitgebreid gefotografeerd en bewonderd, de hond van de uitbaters werd uitgebreid geknuffeld, de aftersun werd bovengehaald en de 1e straffe verhalen over ‘de tocht’ werden verteld en herverteld.

Het allerschoonste moest uiteindelijk nog komen en dat was de hike met stops in de Calanques Port-de pin en Port Miou. Helderblauw water, niet al te veel volk, een trosje waterratjes dabei, en genieten maar.

Wat onthouden we nog: Een paar dagen zonder douches is iets wat best overbrugbaar (in ‘La Fontasse’ zijn er enkel grote wasbakken en geen douches), ontbijten met een view went supersnel, leven in groep vergt meer geven en nemen en meer water bij de wijn doen dan samen in de klas zitten, maar ook dat is voor de meesten haalbare kaart.

En niet vergeten: ‘Gewoon doen. Je zo goed mogelijk voorbereiden en daarna de dag plukken. Ook als er onderweg al eens iets in het honderd loopt.’

Samen (onder)weg

We maakten ons zorgen over coronapassen, over al dan niet gevaccineerde leerlingen aan wie we niet met zoveel woorden mochten vragen hoe het met de vaccinatiestatus gesteld was, over afgelaste fuiven die een extra cent in het laatje hadden moeten brengen, over coronavouchers van eerder afgelaste trips die moeizaam ingeruild raakten … Maar kijk, op het moment dat jij dit leest zijn we onderweg en ruil ik de vaart Stalhille – Brugge voor een weekje in voor uitzicht op de Middellandse Zee.

We gaan naar Marseille en Cassis, voor een trip om een de middelbareschoolcarrière van een groepje prachtige jonge mensen op een mooie, verbindende manier af te sluiten.

We bereidden voor, we stippelden wandelingen uit, legden sterrrenkaarten klaar, benadrukten dat er een brooddoos, een drinkfles, een slaapzak, een paar stevige schoenen en heel veel goesting om er iets moois van te maken in de valies / trekrugzak moest geladen worden.

En wat komt, dat komt. Er zal gedonderd zijn om het verre wandelen, het hostel zonder wifi, de blaren van x en de te zware koffer van y. Gestress om de treinoverstappen en om de opdrachten waarbij er mensen moeten aangesproken worden – in het Frans dan nog- daar ter plekke.

Maar het wordt mooi, het wordt onvergetelijk. We maken foto’s met ons hart die we een leven lang zullen koesteren. We gaan samen leren en vooral samen leven.

En daarna gaan we in een laatste rechte lijn richting afstuderen voor die meereizende leerlingen en daarna reizen zij verder zonder dat we ze fysiek de weg wijzen.

Maar we zullen steentjes verlegd hebben, daar ben ik zeker van.

Wolkenkind slaat vleugels uit

Zo zou het gebeuren. Zo had ik het in gedachten. Kleine broer en kleine zus, zouden het de 1e twaalf jaar van hun leven samen gaan doen.

DSC_4635

Zij aan zij, onze tweeling. Kleine broer, groter van stuk, maar fragieler dan zus, altijd al, zou het wel redden met zijn gulle lach en zijn grote hart. Kleine zus zou hem wel helpen. Ze zou zijn veters strikken, hem eraan herinneren welke huistaak hij moest maken, hem even helpen met een moeilijk woord of een moeilijke som. Zo zou het gaan.

Dit was plan A. Er waren signalen dat ons plan misschien niet realiseerbaar was en zo kreeg plan B vorm.

Buitengewoon onderwijs

Plan B is anders. En dat is niet erg.

Plan B impliceert dat kleine broer volgende week in het buitengewoon onderwijs – type basisaanbod –  instapt. Een beslissing die er kwam na overleg, herhaaldelijk overleg. Een beslissing die aanvankelijjk een beetje schuurde en wrong, een beslissing die niet over kleine broer alleen gaat. Een beslissing die gaat over draagkracht van kinderen, gezinnen, scholen, maatschappijen.

 

Plan B impliceert dat kleine broer volgende maandag alleen op de bus stapt zonder zijn tweelingzus, zonder grote broer, grote zus en het kleine sprotje.

Plan B impliceert dat het leven verdergaat. Dat dit is wat het is.

Dat dit prachtige kind verder kan.

dsc_5825