Terug naar Montenegro

5 kleine kindertjes tussen de 4 en de 9 jaar oud namen we mee op onze 1e trip naar Montenegro. Dat we zouden terugkeren en blijven terugkeren wisten we toen al. Deze zomer was het zover, wij 4 jaar ouder, de kindertjes 4 jaar sterker en met ondertussen 13, 11, 2 keer bijna 10 en 8 lentes, zomers, winters en herfsten op de teller.

Het was opnieuw een prachtig, gericht schot in de roos. Wat een land is dat toch. Niet bij de deur, dat wel, maar de verplaatsing zooo waard. Een ideale bestemming voor sportieve waterratten. Logies op voorhand regelen en ter plekke gewoon zien wat de dag brengt. Hét recept voor een zo goed als zorgeloos verblijf voor ons.

De weg

Na wat gesoebat besloten we om opnieuw te vliegen. 2.000 kilometer is nu eenmaal te ver voor ons. Ik heb een hekel aan autorijden en doe alles om daar onderuit te komen (het feit dat ik 20 jaar geleden 8 keer mijn rijexamen moest doen verraadde toen wellicht al een ernstig gebrek aan talent op dit vlak) en zo ver rijden zonder (competente) co-piloot is voor manlief ook maar sneu he.

We vlogen via Parijs met een tussenstop omdat dit een stuk goedkoper was. Dit raad ik niemand aan, want dat overstappen en eindeloos door controles drentelen terwijl er altijd wel een fles, water, een schaar of iets anders in een rugzak bleef steken is gewoon stressen en doemscenario’s voor je zien van vluchten die zonder jou vertrekken.

De bergen

We deelden de stok in 2 en gingen voor een dikke week in het frissere Durmitor (alhoewel dit ook een relatief begrip bleek) en klein weekje in de buurt van Skadar Lake.

Durmitor is een bergachtig gebied waar het fijn wandelen is en waar overal zwemplekken te vinden zijn. (Gewoon de bordjes met ‘jezero’ volgen en dan raak je wel waar je heel graag wil zijn.)

Ons 1e logement bevond zich ergens in een hol van Pluto, het plaatsje Kurikuce op een 10-tal kilometer van het ski-oord Berane. Onze gastheer sprak geen woord Engels, maar genoot ervan om bij ons aan tafel te zitten, met de kinderen te ‘praten’ (‘Peter Pan is my friend’) en de frigo vol te steken met zelfgemaakt en zelfgekweekt eten (van honing, tot yoghurt, tot kaas, tot frambozen).

Daarna ging het richting Niksic. Het huisje daar was erg basic (lees een ruimte met 6 slaapplekken, een kraantje buiten en een wc in een houten kotje aan het einde van de oprit). De woning waarvan we foto’s hadden gezien bleek verhuurd aan een Duits stel met 3 kleine kinderen. De vriendelijke ontvangst van bioboer Dorde en zijn zoontje Andrea maakten echter veel goed. We vergaten dat we een ander logement hadden geboekt, doorstonden de discussies met de kinderen over wie met wie een bed moest delen, hobbelden ’s nachts met slaapdronken meisjes die dringend moesten plassen richting toilet en hadden het eigenlijk prima naar onze zin.

En dan moest Momo’s plekje nog komen. Een logement in het dal gerund door de charismatische veertiger Momo die overdag in de bouw werkt en ’s morgens en ’s avond met zijn gasten in de weer is op zijn ouderlijke boerderijtje. Hij kookte, hij kweekt vis die hij ’s avonds voor je bakt, hij regelde een voormiddag raften en hij maakte voortdurend grapjes over de lange haren van onze zonen.

Asfalt, niets van

Net als 4 jaar geleden had ik ook nu flink wat moeite met de belabberde staat van de wegen. In Durmitor is het op dit vlak zelf nog een stuk slechter dan rond Skadar Lake. Je moet hier immers geregeld over stukken weg die niet geasfalteerd zijn en ik had je al verteld dat we het hier over bergachtig gebied hadden he.

Voor de rit naar Momo’s plekje moest je 10 kilometer lang over een veldwegel vol putten. Ik liet mijn plaats op de bijrijdersstoel dan maar voor wat het was en ging op de achterbank zitten met mijn ogen toe. (Bij wijze van compromis toen manlief mijn gedrag in de auto niet langer kon aanzien.)

IK RIJ NOOIT VAN MIJN LEVEN ZELF MET EEN AUTO IN MONTENEGRO. Maar zie, ondanks het feit dat manlief achteruit moest rijden langs bergwegen die aan verraderlijke dieptes grensden, dat hij tientallen keren zijn spiegels moest inklappen om een tegenligger te laten passeren en moest draaien op plekken waar je volgens mij met een Vito helemaal niet kunt draaien kwam alles toch helemaal goed.

De 1e dag reden we ons wel vast omdat de tunnel richting 1e logement afgesloten was en ik het niet haalde in de discussie omweg van 2 uur of grindweg door het bos. Twee jongemannen die in het bos woonden en een vrachtwagentje met sneeuwkettingen hadden hielpen ons uit de nood.

Hoopoe Glamping

We eindigden onze trip in een stukje paradijs in Virpazar, Hoopoe Glamping, gerund door mijn vroegere buurjongen Matthieu en zijn partner Daria. Matthieu was vroeger kind aan huis bij ons op de ouderlijke boerderij in Vlissegem. Het was dan ook een fijn weerzien en heel leuk kennismaken met zoontje Leon.

Hoopoe is ook gewoonweg prachtig, met heel veel eerbied voor de omgeving installeerden Matthieu en Daria hier een prachtige glamping. Compleet met gerieflijke tenten, heerlijke bedden, goed onderhouden sanitair en vooral met heel veel oog voor detail.

Van de zeepjes in de douche, tot de hangmatten buiten, tot de vermelding van de naam van de tent in krijtstift, tot het uitgebreide ontbijt met groenten uit eigen moestuin en het zalige zwembad. Alles is hier gewoon helemaal af.

Matthieu biedt ook avontuurlijke activiteiten in de omgeving aan. Voor de jeepsafari bedankte ik, wegens te veel schrik en schietgebedjes in de dagen daarvoor (ik genoot van een wandeling in mijn eentje en las een boek uit aan het zwembad). Toen ik de verhalen achteraf hoorde had ik wel spijt van mijn broekschrijterij, dat wel.

De kanotocht deed ik wel en die was heerlijk. Matthieu kent de weg, is een prima chauffeur en weet op welke waterplekjes het leuk toeven is.

We komen terug, wees daar maar zeker van.

Wat we deden

We wandelen en zwommen. Ontdekten nieuwigheden en bezochten een aantal plekjes van 4 jaar geleden nog eens opnieuw. Een greepje uit het aanbod.

  • We gingen suppen aan het strand van Kotor en vierden de 11e verjaardag van grote zus Sara heel toepasselijk in restaurant Sara binnen de wallen van de oude stad.
  • In Podgorica konden we op algemeen verzoek van de kinderen niet om een bezoek aan het ‘Wild & domestic animals sanctuary‘ omheen. Struisvogels, ganzen, geiten, schapen en ezels dokkeren hier vrolijk rond. Voor 20 euro hadden we hier een toegangsticketje voor het hele gezin. Voor 2 euro extra een grote schaal groentes die je aan de dieren mocht aanbieden. De aanwezige vrijwilligers zijn oprecht begaan met hun dieren. In de vier jaar sinds we hier voor het eerst waren zijn er ook best wel wat inspanningen gedaan om het park te verfraaien.
  • Raften op de rivier de Tara stond ook hoog op het verlanglijstje van de kinderen. Dit was iets prijziger dan we gedacht hadden.
  • We gingen zwemmen in het dorpje Godinje en bezochten de watervallen in Poseljani (die er nu wel een stuk droger bijlagen dan in 2018)
  • We genoten van elkaars aanwezigheid.
  • De dochters en ik vonden flink wat tijd om te lezen.
  • We gingen dagelijks uit eten met het hele gezin en betaalden hiervoor gemiddeld tussen de 50 en de 60 euro voor de hele troep.

mijneringen bij 4 jaar later

  • Handjes vasthouden duurt niet voor eeuwig. Rond hun 9e houden onze kinderen daar precies mee op. Waar ik in 2018 zelden beide handen vrij had, genoot ik nu extra intens van het handje van het kleinste sprotje in de mijne.
  • Sommige dingen veranderen nooit: 4 jaar geleden was ik doodsbang van de afgronden onderweg met de auto, daar was dit jaar niks, nada, niemendal aan veranderd.
  • ‘Papa, kijk dan naar mij!’ wordt ‘Papa, we gaan precies te snel voor mama.’
  • Gij zult altijd water en zakdoeken meepakken voor onderweg.
  • Wees mild en geduldig: Kijk naar de vlinders en de waterbeestjes, geniet van het gescharrel van de kinderen, reik handdoeken en drinkflessen aan, luister en sta versteld van de durf, de branie en van de liefdevolle manier waarop de kinderen met elkaar opgaan (op hun gezegende momenten).

2018 versus 2022

Berlijn met dochters

Gewapend met hun bullet journals (met hun voorbereiding, weet je wel) trok ik met grote zus van 10, kleine zus van 9 en het kleinste sprotje van 7 naar Berlijn. Met de trein. Wegens best wel betaalbaar en in mijn ogen iets meer overbrugbaar dan het vliegtuig als enige volwassene met een resempje kinderen. Als je graag leest, genummerde plaatsen boekt (doen!) en reisgezelschap meeneemt dat lezen ook als een prima tijdsbesteding beschouwt, is net geen 8 u reistijd best wel overbrugbaar.

Logeren deden we in https://huettenpalast.de/ , een charmant hotelletje in Neuköln (op wandelafstand van metrohalte Hermannplatz) , opgevat als loods met indoorcamping. Wij huurden 2 vrolijk geschilderde en netjes onderhouden caravans naast elkaar. Het was er erg rustig, met amper de helft van de campingplekken bezet. Die indruk had ik trouwens af en toe over Berlijn in het algemeen. Misschien omdat we er van woensdag tot zaterdag waren en daardoor de weekenddrukte wat konden vermijden.

Voor de kinderen was dit logement een absoluut schot in de roos. Zij genoten vooral van de schommelstoel en van in en uit hun caravan banjeren om te spelen en te lezen. Voor reizen met zelfstandige lagereschoolkinderen is dit echt een toplocatie.

Ik ben geen held in me oriënteren en heb er een absolute hekel aan om onderweg nog vanalles en nog wat op de telefoon te moeten opzoeken. 2 vooraf geplande bestemmingen per dag (met afgedrukte tickets) en een metro-app (Berlin Subway) die ons getipt was door een fijne collega die met zijn vriendin nog in Berlijn was toen wij er aankwamen en met wie we op woensdagavond gingen eten bij de prima Italiaan http://www.gallonero-berlin.de/ bleken voldoende om het met niet meer dan een occasioneel verdwaalstressje in mijn zijn eentje te redden.

Voor mij was het de eerste keer dat ik er als enige volwassene met een aantal van mijn kinderen op uit trok. Reizen met kinderen is vermoeiender als je de enige grote mens bent. Da’s zeker. En reizen met vrienden en hun kinderen is absoluut heerlijk. Toch raad ik iedereen aan om dit ook eens te doen met kinderen die nog echt kinderen zijn en gewoon zoveel mogelijk bij jou willen zijn.

Ik vond het heerlijk om te zien hoe de meisjes de treinrit heen en terug uit hebben gezeten door te lezen, te schrijven en heen en weer te lopen in de trein zonder een enkele keer te zeuren om schermtijd. (Die was er niet, dat wisten ze op voorhand.) Grote zus en kleine zus schelen maar een dik jaar in leeftijd en kunnen dus min of meer hetzelfde aan, zowel wat dingen verstaan als wat fysieke fitheid betreft (grote zus kan meer, maar is fijngevoelig genoeg om haar tempo aan te passen.) Het kleinste sprotje wentelde zich af en toen in haar rol van ‘kakkenestje’ en kreeg het voor elkaar dat ze elke nacht bij mij in de caravan mocht slapen terwijl we eerst hadden afgesproken om te wisselen, maar ook dat verliep zonder grote problemen.

Het boek Mijn Berlijn van de Nederlandse blogster Marjolein van der Kolk heeft bij ons een vast plekje in de gezinsbib. Daar was op voorhand naarstig in gebladerd op zoek naar leuke uitjes.

Ook van zinnens om naar Berlijn te gaan (al dan niet in het gezelschap van je kinderen)? Deze plekjes zijn het bezoeken waard. Mooi onderhouden speeltuinen vind je overal. Laat je wat dat betreft gewoon even verrassen. Voor fijne tentoonstellingen en leuke eetplekjes doe ik wel graag wat research op voorhand:

  • Joods Museum : Erg ruim en verscheiden. Je kunt er gewoon even in rondstruinen om de algemene sfeer op te snuiven, maar er is ook best wat interactiefs te ontdekken. Tickets zijn gratis, maar moet je wel op voorhand boeken. Voor het speciaal op kinderen gerichte deel van het museum Anoha dat vorige zomer openging waren geen tickets meer beschikbaar (da’s voor de volgende keer.) In het café kon ik bovendien mijn gsm opladen, want met al dat navigeren neem je best een ladertje voor onderweg mee. (Die had ik bij, maar had ik in het logement laten liggen. )
  • Humboldt Forum : Wat een plek is dat? Grote zus wilde hier per se naartoe nadat ze over Alexander von Humboldt had gelezen in ‘De H van Humboldt’ van Barbara Rottiers. Wij bezochten de tentoonstelling van ‘Berlin Global’ en waren hier dik 2 uur mee in de weer. Opnieuw heel veel interactiefs te beleven. Met koptelefoons en invulboekjes (moeder, gij zult vertalen) .
  • Tierpark Berlin, een evergreen waar ik bij mijn vorige Berlijnbezoek ook een fijne middag beleefde. Denk aan eender welke mooie dierentuin waar je ooit eens was maar dan zonder wachtrijen. (Heerlijk he!)
  • Koffiebar Coffee Lab . Wat een heerlijk plekje was dit. Piepklein, maar erg lekker en met 100 % vakmanschap gemaakt. We hadden hier een heerlijk ontbijt met koffie voor mij, sapjes voor de meisjes en heel lekkere bagels en croissant met ham en kaas. Ook Anna Blume was een fijn ontbijtplekje.

Waar wacht je nog op? Hup, je moest als weg zijn.

La douce France met Tarzan, Jane, broer en zusjes

Omdat ons gezin met zijn 7 kopjes een tikkeltje buitenmaats is, zijn wij er wat zomerhuisjes boeken betreft altijd vlug bij.  Voor nieuwjaar ligt ons zomerplekje meestal al vast.

Zou het lukken, zou het mogen? (Je kent het ongetwijfeld: Dat mantra dat sinds corona in je hoofd is geslopen van zodra je denkt aan een feestje, uitstapje, reisje …)  Soit, het mocht en het kon en weg waren we 2 weken geleden.

Lees verder

Welcome to My Garden: bijna altijd een goed idee

Wij hebben een fijne tuin met sympathieke tuinbewoners, zijnde een stel geiten – waaronder onze Joke die met haar 16 lentes eigenlijk een stokoude dame is en wat last heeft van stramme pootjes – kippen en eenden. Wij wonen op een leuke plek en we hebben nieuwsgierige kinders die houden van volk om zich heen. Tel daar nog bij op dat wij van de soort zijn die gelooft dat het schoonste geluk niet te koop is.

 

Hup dus, een account aangemaakt op Welcome to My Garden .

Een initiatief waarbij particulieren hun tuin gratis ter beschikking stellen van trage kampeerders (fietsers en wandelaars dus.)

Lees verder

Tsjechië voor beginners

Groot nieuws! Wij zijn geslaagd zijn voor de ‘met-de-auto-op-reis-gaan-test’.

Er waren wat bezwaren:

  • Mezelve: Ik heb een rijbewijs. Ik rij met de auto van vooraf bekend punt a naar vooraf bekend punt b, maar als ik eronderuit kan. Zeer graag. Onnodig hieraan toe te voegen dat mij een rijbewijs doen halen voor mijn ouders een kostelijke bedoening was. Als co-chauffeur ben ik dus niet echt een asset.
  • De kroost: Het mannelijke deel ervan is begiftigd met zeer veel energie en zeer weinig geduld. Vooral grote broer. Dat leidt tijdens kortere trips geregeld tot heel veel heibel op de achterbank.

Manlief opperde om een tablet te kopen. Ik hield het been stijf en haalde mijn slag thuis.

Manlief bood eveneens aan om het hele stuk zelf te rijden. Ik mocht mij schikken in de rol van waterflesaangever en scheidsrechter bij bekgevechten.

Maar toegegeven: Het verliep vlotter dan verwacht. Wat hondenboeken, kleurpotloden en de editie van 2019 van Guinnes World Records niet allemaal kunnen verhelpen. Je houdt het niet voor mogelijk.

Zowel heen als terug lasten we een stop in in Duitsland. Een keer in Heidelberg waar we bleven overnachten en de zoo en een burcht bezochten en een keer in Hochwildschutzpark Hunsrück. 

 

 

Het logement

We kozen voor een authentiek huisje met zwemvijver in Tremesne in West-Bohemen, net over de grens met Duitsland. De haalbare afstand was een doorslaggevend argument in de keuze van de bestemming.

 

Ondanks het minder warme weer – we hadden maar 2 dagen van 25 + – hadden we het prima naar onze zin in ons ‘holletje van Pluto’.

 

Enkele tips:

Fietsen:

Wij brachten onze eigen fietsen mee in de aanhangwagen. Extra mooi meegenomen is dat manlief en ik sinds het begin van deze zomer zeer enthousiaste Cowboys zijn. Kleine zus en het kleinste sprotje die af en toe acherop dreigden te raken, konden we op die manier aan het armpje af en toe een eindje meetrekken. Op die manier bleef het tempo waarop de karavaan voor iedereen aanvaardbaar en was iedereen content. Grote broer legde het dubbele van de afstand af om hij geregeld spurtjes trok en dan een eind terugkeerde, maar dat deerde niet.

De vraag: ‘Wat kan ik doen?’ of ‘Ik denk dat ik me begin te vervelen.’, kon op die manier toch een aantal keer vermeden worden. Want ja, ook op reis, is het ene kind net iets aanweziger dan het andere.

Zwemmen en kijken:

West-Bohemen is bezaaid met grote en kleinere meren. Op fietsafstand van ons huisje was een iets groter meer waar de kinderen eindeloos hebben gezwommen en MacGyver hebben gespeeld. Lees: ‘Ik rij met mijn fiets het water in en kijk hoe ver ik kom zonder om te vallen.’

Het sympathiek restaurant / pension aan de oever was mooi meegenomen. Daardoor keerden we er ook 2 keer terug.  Bij valavond spotten we telkens tientallen herten in de velden langs de kant van  de weg. De schellebellen van de kinderen sneden als een mes door de stilte van de straten van het stille dorp waar we logeerden.

Ook wat binnenzwembaden betreft was er in de buurt een mooi aanbod aan eenvoudige, goedkope zwembaden met telkens een leuke glijbaan voor het grut en een warm brubbelbad voor de mama. En er was telkens een ruim aanbod aan ijsjes beschikbaar.

 

 

Geduldig zijn en meedeinen:

Het wetenschapspark Techmania  in Plzen was een prima oplossing voor die ene heel erg verregende dag. Hoewel de drukte daarbinnen met eerst een beetje overviel, was het heel knap en heel interactief opgesteld. Zo was er bijvoorbeeld een heel realistische simulatie van hoe het aanvoelt als je in een zinkend schip zit en kon je er ook proberen om een vaccin te ontwikkelen tegen een virus dat zich razendsnel over de hele wereld verspreidde.

Het oude centrum van Plzen is zeker ook een ommetje waard. Hoewel het in de regen natuurlijk wel wat van zijn glans verloor.

 

We ondernamen ook een wandelexpeditie naar het dorpje Nova Ves. Bossen en weiden  wisselden elkaar af onderweg. De vele grote sovjetboerderijen die soms bewoond waren en andere keren leeg leken te staan, waren stille getuigen van de tijd dat dit een zone achter het Ijzeren Gordijn was.

Na een tochtje van een uur of 2 bleek het enige restaurant / pension in het dorp leeg en verlaten en het gemetselde zwembad in de tuin half leeggelopen. Onderweg kwamen we geen kat tegen.

In het dorp waar we logeerden kwamen we enkel op de laatste dag 2 wandelaars tegen, voor de rest was er binnen een straal van 5 km geen toerist te bekennen.

Maar eigenlijk deerde dat niet echt. We hadden het gevoel dat we de wereld aankonden. Wij daar met z’n zevenen.

Hoewel we op haalbare afstand van Praag zaten en daar best ook een dag op verkenning konden gaan, lieten we de hoofdstad voor wat ze was.

Het oude zilverstadje Kutna Hora bezochten we wel en ook het daarbij horende vrij drukke Ossuarium van Sedlec, een kerk- / kapelachtig iets dat versierd is met stapels menselijke beenderen. Ook in de kleine stad Loket die op een uurtje rijden van ons huisje lag was het heel fijn vertoeven.

Ik mis ze nu al. Die dagen waarop de schellebellen van mijn kinderen door de stille straten van ons vakantiedorp schalden.

Voor ons was het perfect. Weg van de wereld en toch op een aanvaardbare afstand van de iets toeristischere knooppunten. Even losgekoppeld van het leven thuis, even zoveel mogelijk in het nu, bij die drukke, maar heerlijke kinderen die aandacht en energie vreten, maar die je zoveel teruggeven en die – oh cliché – groeien terwijl je er naartoe staat te kijken.

Het land Tsjechië zelf vond ik net iets minder uitnodigend dan Montenegro waar we vorige zomer naartoe trokken. Tsjechië heeft niet het ongerepte waar ik in Montenegro zo door gecharmeerd raakte en waar ik maandenlang zou kunnen blijven.