Wonderwoman bestaat niet

Vorige maandag stapte kleine broer opnieuw op de schoolbus. Met mondkapje om. Weg grote mond. Plots bleven er alleen nog bange ogen over.

En een hart, het mijne, in 1.000 stukken op de grond. Omdat dat kind op die bus moest en omdat ik tegelijkertijd zot content was dat hij op die bus kon.

Omdat meer dan 2 maanden met mijn 5 bloedjes op een stok het uiterste van mijn krachten, mijn energie en mijn geduld heeft gevergd.

Lees verder

Thuis in mijn bubbel

Grote broer, schouderlang haar, rent gillend rond te tafel. Er zit een splinter in zijn vinger, en die moet eruit, maar daarvoor mag geen naald en geen nagelschaartje gebruikt worden. 

Het kind is erg stoer, maar ook extreem kleinzerig. Verschillende pogingen later zit de splinter nog steeds in de vinger. 

Het huis is behoorlijk aan de kant, de weekendagenda is leeg en luchtig. Het zondagse ontbijt staat op tafel. Ikzelf moet drie kwart van de tijd rondlopen om dingen op te rapen, af te spoelen, op tafel te zetten … Niets nieuws onder de zon. 

Lees verder