Ooit reed ik naar de winkel om één pak pampers maatje 2 en om een pyjamaatje met lange mouwtjes dat niet te warm en niet te koud was en om een paar reserveschoenen (haha) voor grote broer. En dat in 3 afzonderlijke ritjes, elk op een andere dag.
Het kind dat een leven lang in mijn hart gewoond had en dat er niet zonder slag of stoot gekomen was, was er eindelijk en zijn hartslag was de mijne, punt uit. Denken aan morgen, het mentale morgen dan, was niet aan de orde.




Da’s goed en da’s prima, maar voor de dagen na de gelukzalige wolk waarop ik het 4 kraamperiodes lang heerlijk vertoeven vond, heb je een plan nodig. Een plan dat bij jou en bij jouw hartslag past.
Vandaag verspillen we bitter weinig energie aan overbodig gewas en geplas – niet aan wassen en plassen an sich, want hier is nog steeds een gigantische hoeveelheid spullen in omloop – en komt hier geen gerief in huis dat niet meteen intensief gedragen wordt door de kinderen. Ze krijgen pas een nieuwe broek als de vorige versleten is of hopeloos te klein. Wat we niet meer nodig hebben gaat naar de kleintjes van mijn zus, naar andere mensen die het kunnen gebruiken, naar de kringwinkel of richting voddenmand.
Waarom? Omdat ik vrij vroeg in het moederschap doorhad dat een dag maar 24 uur heeft, dat ik er daarvan best een zestal reserveer voor slapen en dat ik tijd nodig heb om mijn job als leerkracht naar beste vermorgen uit te voeren en om een aangename partner, vriendin, zus en dochter te zijn.
En omdat ik mijn huis niet vol wil gooien met rommel, en vooral omdat ik mijn kinderen diets wil maken dat spullen ook maar spullen zijn. Een nachtje logeren in plaats van een cadeauprulletje als verjaardagscadeau. Da’s toch stukken toffer? (Nu nog hopen dat corona dat op een dag weer praktisch uitvoerbaar maakt.)









Ook de sint en de cadeautjes spuwende kerstboom bij de grootouders werden gecoacht.
‘Alles spic en span dan?’ Hoor ik je denken? Helaas. Hier wordt geknipt, geschilderd, hier worden duploblokken in het rond gegooid, hier worden pomponnetjes gemaakt waardoor het hele huis vol draadjes wol ligt, hier loopt een energiek hondje rond dat af en toe ‘ns een verdwaald knuffelbeest attaqueert en de vulling in 1000 plukken verspreid de living rondsmijt.
Hier wonen 5 kinderen die van sporten en buitenspelen houden en waarvan er 3 nog steeds sandalen en korte broek dragen als de rest van het land al lang vindt dat het daarvoor te koud is geworden. ( ‘Minder wassen’, Hoera! Minder lange broeken, da’s waar, maar des te meer washandjes, lakens en handdoeken en tenen en knieën waar permanent een grijzige schijn over hangt.)
Wij zoeken ondertussen verder naar manieren om ons huis zo overzichtelijk mogelijk te houden en naar gerief dat tegen een stootje kan. De fruitdoosjes van Sustainable Family en de boekentassen van Jeune Premier bijvoorbeeld.
Het kroostje gedijt erop. Straks werken ze verder aan hun bunker in de tuin. Benodigdheden: een moeder die hen laat doen, een paar laarzen en een schop van de rommelmarkt, twee paletten en een lap plastic.
En straks hopelijk weer naar school.