Omdat ons gezin met zijn 7 kopjes een tikkeltje buitenmaats is, zijn wij er wat zomerhuisjes boeken betreft altijd vlug bij. Voor nieuwjaar ligt ons zomerplekje meestal al vast.
Zou het lukken, zou het mogen? (Je kent het ongetwijfeld: Dat mantra dat sinds corona in je hoofd is geslopen van zodra je denkt aan een feestje, uitstapje, reisje …) Soit, het mocht en het kon en weg waren we 2 weken geleden.
De rit
Een tikkeltje overmoedig geworden door een geslaagde autoreis naar Tsjechië vorige zomer gingen we er ook nu van uit dat de rit ook dit jaar zonder devices en zonder enig oponthoud braafjes (lees: zonder aanhoudend gezeur, honger, dorst, ‘ik moet plassen’, ‘ik kan niet anders dan mijn broer, zus per ongeluk slaan, nijpen, duwen’, ‘is het nog ver?’ ) zou worden uitgezeten.
Niet dus. Manlief had voor vertrek nog geopperd of wat videomateriaal misschien niet wenselijk / toelaatbaar was. Ik hield het been stijf, maar lachte na enkele uren helaas een beetje groen.
Gelukkig gebeurde het overgeven op de achterste rij wel netjes. Kleine zus slaagde erin om enkel haar (afwasbare) sandaal, de (eveneens afwasbare) automat en een (lege) vuilniszak die toevallig in de buurt lag onder te kotsen. Haar jurk, haar stripboek en haar zus bleven als bij wonder proper. Je moet het maar doen, nietwaar.
De plek
We verbleven 2 dagen op een goed onderhouden veeboerderij (met Blonde d’Aquitaines en Limousins voor de kenners) in Sennevières (op 6 uur rijden van onze voordeur) met netjes gerenoveerde en gerieflijke gastenkamers en met een boer met een neus voor zaken die zelf een avondmaal voor ons prepareerde.
Daarna reden we richting dé plek , camping La Combe (nog eens 4 uur verder) , een kleinschalige camping met één huisje (waar wij verbleven), ingerichte tipitenten en gewone kampeerplekken.
De plek wordt gerund door een Vlaamse madame, Lies, die heel erg zen is en je meteen het gevoel geeft dat je o zo welkom bent. De vader van Lies die al een dagje ouder is, is ook geregeld op de camping te vinden. Zo goed als alle gasten zijn Vlamingen.
Al onervaren campingmensen hebben we heel erg genoten van de amicale, relaxte sfeer op La Combe. Uiteraard waren door coronamaatregelen een aantal fijne activiteiten, zoals de donderdagse diners van Lies voor de hele camping, niet mogelijk. Toch konden de kinderen ongehinderd met elkaar spelen. De zwemvijver met slingertouw is het kloppende hart van het kampeerterrein en de ideale hang- en speelplek voor spetterende kinderen en lezende of keuvelende vaders en moeders. Wie mij kent weet dat ik van alles wat met boeken lezen te maken heeft heel erg happy word.
Een topplek dus.
De wat-gaan-we-doentjes
Wij gingen er een aantal keer met een eigen fietsen op uit. Het vergt enig stapelwerk, maar ook op een gewone aanhangwagen raak je met wat puzzelwerk en wat oude gordijnen en dekens uiteindelijk wel 5 rijwielen kwijt.
Onze kinderen zijn ervaren fietsers. Al hebben de 2 jongste meisjes soms moeite om de rest bij te houden en kan grote broer zich daar al eens heel erg aan ergeren. De tochtjes langs kleine boswegen waren leuk en uitdagend. (Dankjewel nonkel Filip voor de tip van de Komoot-app). Op gewone wegen zie je amper fietsers en word je eigenlijk gewoon weggetoeterd. Ook als je netjes op een rij fietst. Een oude dame vond het zelf nodig om haar raam open te draaien om ons uit te schelden.
Nu we het buggy- en draagrugzaktijdperk achter ons hebben gelaten en alle kinderen kunnen zwemmen is de keuze aan uitstappen heel groot geworden.
Wij beleefden een heel fijne middag in een klimpark met een heel fijne aanpak. Je volgt een verplichte instructie, enkele medewerkers lopen rond om te kijken of er niets misloopt en de rest doe je gewoon zelf op eigen tempo.
Je kiest zelf voor welk kleurtje je betaalt (van eenvoudig tot heel uitdagend). Ouders die zelf niet willen klimmen mogen zelf gratis binnen, uiteraard wel zonder klimoutfit. Kinderen vanaf 1 meter 40 mogen het meest uitdagende traject doen.
We verdeelden ons in twee groepjes. Manlief deed het op een na hoogste parcours met grote broer en zus. Ik hield het iets lager bij de grond met de tweeling en het kleinste sprotje.
Uiteraard hebben we ook gekanood. We kozen voor een tocht van 13 kilometer en verdeelden ons gezin over 2 boten. Jawadde vriendjes, dat lijkt weinig, maar als je net als ik een niet echt begaafde chauffeur bent (kano, auto, brommer … , maakt niet uit) dan ben je op het eind van de rit wel toe aan een ijsje. Gelukkig liet grote broer zich hier van zijn schoonste kant zijn en nam hij met gepaste trots een deel van de rit over als stuurman.
Ook heel fijn is de Roque Saint Christophe, een prehistorische site met een grote rots met rotswoningen. Het Kasteel van Castelnaud was mooi, maar het was er veel te druk en de aanpak was niet coronaproof. Vlug afgeraffeld dus daar.
Maar eigenlijk gaat het daar niet om, om die wat-gaan-we-doentjes. De schoonheid van zo’n reis zit hem in het feit dat je enkel de dag voor je hebt en de zes mensen rond je hebt die de kern van jouw bestaan zijn en dat je met die mensen kunt lachen, praten, zwemmen, eten … repeat.
En die rit naar huis die eindeloos duurde die neem je er na 9 dagen met gouden randjes gewoon even bij. Vierde vijfde van onze kinderschare had zich erg onderweg trouwens al neergelegd bij het feit dat lange autoritten ook met sudoku’s, strips, wereldrecordboeken, Woefs en kleurstiften best te doen zijn. Nog eentje te gaan. Volgend jaar proberen we nog eens.
Wat een mooie bende en een zalige vakantie! Hopelijk kan je er nog lang op teren.
LikeLike