De tweelingjaren

8 jaar geleden al. Sinds de geboorte van de tweeling. Sinds manlief in het holst van de nacht grote broer (toen 3 jaar oud) en grote zus (toen zelf nog een ukje van 14 maand dat nog niet stapte) bij nonkel en tante dropte voor een geboorte die niet meer op zich wilde laten wachten.

Meer dan 2 maanden te vroeg.

Een geboorte die in een drama had kunnen eindigen. Een infectie had er namelijk voor gezorgd dat de bevalling vroegtijdig op gang kwam. Twee dagen ervoor was ik naar het ziekenhuis gegaan met lichte weeën. We konden 2 dagen extra tijd kopen voor de kleintjes, maar toen was er geen houden meer aan. Ik had de weken ervoor vage darmklachten gehad, maar had daar verder niet bij stil gestaan.

Wellicht was dat een signaal van wat zou komen.

Kleine broer was er snel. Hij huilde niet, maar maakte een klein geluidje. Hij leek op zijn broer. En nu nog eentje, dacht ik. Ik herinner me dat ik zeer helder en rustig was en geen moment dacht dat ik mijn kinderen kon verliezen.

Toen zag ik de sneakers en het geruite overhemd van de gynaecoloog, het bed ging omhoog, er werd op een alarm gedrukt. Opeens waren er veel mensen, overal. ‘Meneer, u blijft hier’, hoorde ik nog.

Een mededeling die voor manlief bedoeld was.

Waar is mijn kind?

Ik voelde dat er een kind uit mijn buik werd gesneden, ik schreeuwde. En toen was er niets meer.

Ik kwam bij en zag geen kind. Wel een operatiezaal en medisch personeel dat druk doende was met een patiënt, ik.

‘Waar is ze? Waarom zegt niemand dat ze dood is?’, vroeg ik.

‘Ze is niet dood.’ ‘Ze doet het goed’. ‘Je mag haar straks zien.’, hoorde ik iemand zeggen tegen een patiënt. Ik was die patiënt.

Mij was iets overkomen, iets wat de mensen in de ruimte mee naar huis zouden nemen als een straf verhaal. Dat voelde ik. Dat ging in de lucht.

Neonatologie

Ik kreeg mijn bril opnieuw op. Ik zag een reuzegrote couveuse waarin draden en kinderen zaten. Er bliepte vanalles. Ik zag een jongetje dat op zijn broer leek en een meisje dat ik niet herkende. Ik werd met manlief herenigd en weg waren ze, onze kinderen.

De nacht loste op. Het werd ochtend.

Ik werd in mijn bed naar neonatologie gereden. Ik zag 2 kinderen. Een jongetje dat op zijn broertje leek en een meisje dat ik niet herkende.

Ik was verbazingwekkend snel op de been. Na een twee-in-één-bevalling. Broertje langs de normale weg, zusje via spoedkeizersnede omdat de navelstreng afgeklemd raakte na de eerste geboorte. Meerdere complicaties ineen dus.

Ik keek naar ons meisje, kleine zus. Ik bleef kijken en ontdekte als snel dat ze wel de mijne was. Instinctief wist ik ook dat ik me om haar geen zorgen moest maken.

Ik kijk naar ons jongetje, kleine broer. Ik bleef kijken en voelde al snel dat ik bij hem altijd nog eens extra zou kijken. Omdat hij wat meer zorg nodig zou hebben, omdat hij evidente dingen iets moeilijker zou aanleren.

Wat als …

Vandaag zijn we 8 jaar later.

Er is niets dan dankbaarheid om hoe de bevalling afgelopen is.

Niet om hoe ze gelopen is, maar ik blijf geloven dat er geen andere optie was.

Ik voel zoveel dankbaarheid om de alerte reactie van het team dat er toen bij was. Wat als … denk ik soms. Als kleine zus …

Ik hoop nooit ergere fysieke pijn te ervaren dan wat ik voelde op het moment dat kleine zus de wereld in moest worden gesleurd. Mijn buik uit.

Als ik zie hoe ze groeit, hoe ze bloeit, hoe ze is. Hoe ze helemaal ongeschonden uit dit drama is gekomen, dan voel ik me koningin van de wereld.

Wat als … denk ik soms. Als kleine broer en zus niet te vroeg waren gekomen.

Zou kleine broer dan vlotter hebben leren lopen,? Zou hij vlotter lezen en schrijven? Zou hij niet gefrustreerd raken omdat hij oppikt dat het kleinste sprotje na een maandje in het 1e leerjaar helemaal weg is met letters en woordjes lezen en schrijven? En hij nog steeds niet?

Hoe zou het zijn als broer en zus hun lagerschooltijd wel op dezelfde school hadden kunnen doorbrengen en daarna misschien zelfs nog samen hadden kunnen verdergaan op schools gebied?

Wat als … denk ik soms.

Als ik wat is gewoon omarm zonder die verdomde waarom-vragen.

Ik zie twee kinderen die elk op hun eigen manier hun weg zullen vinden. Ondanks alles wat zweemt naar ‘wat als’, zijn ze er voor elkaar. En hebben ze ons al meer gegeven dan alles waar we ooit van droomden.

Een reactie op “De tweelingjaren

Geef een reactie op Sarah Reactie annuleren