Vorig jaar schreef ik hier al eens over mijn jongetje dat zo graag naar de wolken kijkt.
Mijn tweelingkindje, mijn dierenvriendje, mijn prins vol charmes. Wel dat jongetje doet dat nog steeds. Dat jongetje kijkt nog steeds ontzettend graag naar de wolken. Dat jongetje droomt van een hond en wil later een kinderboerderij uitbaten. Dat jongetje zit dit schooljaar ook voor de 2e keer in het 1e leerjaar.
Het beestje dyspraxie
Omdat het niet mogelijk bleek om hem in 1 schooljaar te leren en schrijven omdat alles bij hem veel trager gaat. Er is een naam op geplakt, het beestje heet ‘dyspraxie’.
Hij krijgt alle hulp die hij nodig heeft op school en mama en papa zijn ondertussen ook helemaal mee.
Dat kleine broer moeite had om zijn tweelingzus bij te benen bleek al van in het prille begin. Zij ging er met zijn tut vandoor, zij stond recht, zij stapte. En hij? Hij deed dat ook, maar hij kwam er altijd even achteraan.
Godzijdank ging het bij de tweeling om mijn 3e en 4e kind. Als het mijn eerstelingetjes waren geweest hadden onze lieve vrienden van Kind & Gezin met hun ‘streven naar het gemiddelde kind’ mij zeker helemaal gek gekregen.
Iedereen met een beetje verbeelding en / of een beetje ervaring met kinderen weet dat dat leren lezen en schrijven ook bij kinderen zonder leerproblemen al eens voor avondlijke tussen-de-soep-en-de-patatten-miserie kan zorgen. Elk kind heeft ook zijn eigen temperament, niet waar? Zo gooit onze eigenste grote broer zich hier ook nog geregeld ziedend van woede in de zetel omdat hij het niet logisch vindt dat ‘ik ben’ in het Frans ‘je suis’ is.
Ziende blind
Kleine broer deed er alles aan de avondlijke 5 minuutjes ‘samen-lezen’ te ontsnappen om er dan na veel gedreig met de focus van een goudvis aan te beginnen. Kleine broer had geen zin in de zwemles en zat de hele rit naar het zwembad te jammeren.
Ik zag het eerst niet. Ik dacht: ‘Als je goed genoeg je best doet, dan zal dat toch wel lukken zeker?’. Ik dacht: ‘Waarom doe jij nu niet een beetje beter je best?’ ‘Je bent toch mijn kind en ik doe toch ook mijn best.’
Ik was al ziende blind, zoals ze dat zo schoon kunnen zeggen. Mijn kind was mijn kind niet meer. Hij was gefrustreerd en tegendraads aan het doen omdat ik vond dat hij een beetje beter zijn best moest doen.
Mijn kind kan zeer veel, maar vlot leren lezen en schrijven kan hij niet en ik heb dat leren zien.
Dit schooljaar gaat hij niet meer naar de zwemclub. Hij heeft ontzettend zijn best gedaan om te leren zwemmen en om zich elke keer opnieuw zelf in en uit zijn kleren te wurmen om daarna als laatste uit het kleedhokje te komen met zijn kleren achterstevoren aan. En hij kan zwemmen ondertussen.
Daarom mag hij nu met mij in de cafetaria zitten om naar de andere kinderen te kijken en om met het kleine broertje van een van zijn vriendinnetjes te spelen. Een keer om de 3 weken krijgt hij een zakje chips, hij neemt zijn hondenboek mee en kijkt naar de plaatjes. Hij geniet van elk moment.
Hij gaat naar de scouts en naar de atletiek. Hij ruimt zelf de rommel op die hij maakt als hij voor de tigste keer zijn water gemorst heeft of choco op zijn tshirt heeft gesmeerd.
Hij maakt me tegelijkertijd droevig en trots als hij zegt: ‘X heeft gezegd dat ik dom ben omdat in nog een keer in het 1e leerjaar zit, maar dat is niet waar he, mama. Ik heb gezegd dat dat niet waar is en dat ik veel andere dingen wel goed kan. Maar lezen en schrijven, dat kan ik niet goed.’
Hij is content en hij doet zijn best. Merci, lief kind. Je hebt je moeder een lesje geleerd.
Slim kind heb je.
LikeLike