Vandaag spreekt de juf. Of beter, de leekracht, want middelbareschoolkinderen zijn hun juffen toch ontgroeid, niet.
De avond valt. De grootste smurrie in de keuken is opgeruimd. Mijn kroost ligt in bed, zonder verhaaltje, want daar had ik geen tijd voor. Manlief is uithuizig wegens professionele verplichtingen. ‘Mama, heb je nog werk tot in de nacht?’, vraag mijn meest opmerkzame kind. ‘Ik weet het niet, meisje’, zeg ik. ‘Ik zal zo snel mogelijk voortdoen’.
Ik werk me door een stapel verbeterwerk. Een digitale stapel, dat wel. Maar het blijft een stapel, niet? Ik glimlach bij sommige werkjes, omdat ze goed gemaakt zijn, getuigen en branie, inzet en inzicht.
Ik corrigeer met de glimlach en zie telkens de leerling achter het werkje voor mijn geestesoog verschijnen. Bij sommige werkjes is er echter geen doorkomen aan. Toch lees en herlees ik, ook al dwarrelen de woorden om me heen wars van logica of branie of inzet of inzicht.
Ik corrigeer nog steeds met de glimlach.
Kansen, veel kansen
Elke dag opnieuw kansen geven, heel veel kansen. Ik breng de punten van de leerlingen in een digitaal systeem waar ouders en kinderen meteen toegang toe hebben. Ik voorzie de punten van een gefundeerde commentaar. In mijn ogen stukken belangrijker dan ‘de punten’. Zo kan iedereen die mijn woorden ter harte neemt, groeien op zijn eigen manier.
Want ik ben de expert toch?
Ik werk verder. Ik download nog een leuk filmpje als uitsmijter in mijn les morgen. Ik zet de verbetersleutel van een toets online. Ik controleer of de leerstofoverzichten voor de nakende examens volledig accuraat zijn voor ik ze ook upload.
‘Pling.’ Er komt een smartje binnen. Voor de niet-leerkrachten, een mailtje via het onderwijsplatform Smartschool.
De klok toont 22u40. Ik dacht aan afronden. Kwestie van morgen fris aan de start te verschijnen. Om adequaat te reageren op het feit dat leerling A en leerling B er een handje van weg hebben met alle aandacht te gaan lopen in klas C, om te checken of leerling D die altijd zo stil wel helemaal lekker in zijn vel zit, om aan leerling E die vaak afwezig is te zeggen dat ik het fijn vind dat hij er vandaag wel is …
Ik ben getriggerd door de ‘pling’.
Branie en inzet
Ik lees en voel mijn glimlach verstarren tot een grimas. Ik denk aan het boek dat op mijn nachtkastje ligt en waar ik graag nog enkele pagina’s in wil lezen, Machten der duisternis van Anthony Burgess.
Misschien vind ik er wel een schitterende passage in die ik samen met mijn leerlingen kan lezen om de lessen naar een hoger niveau te tillen. Om zo’n zeldzaam moment te creëren waarin iedereen gefocust is op het ‘nu’ en op de woorden op het blad voor hem. Daar hou ik van, van lessen met een scheutje branie in de betekenis van moedig, dapper, even van het (punten)pad af.
De ‘pling’ zegt ‘Ik wil dat jij nu alles laat vallen voor mijn kind’. ‘Ik wil jouw tijd, nu en morgen en overmorgen, tot je er zelf bij neervalt en geen energie meer hebt voor branie of inzet.’
Ik wik en weeg. Ik formuleer een antwoord over kansen en inzet en begrip en afspraken gemaakt op die en die dag.
‘Pling’.
‘Pling.’
23 u 40.
Ik rond af.
Ik leg de kleren voor mijn eigen kinderen klaar in de curverbak. Ik ga nog even bij hen kijken. In 1 kamer liggen ze met 3 dicht tegen elkaar aan onder 2 dekens. In kamer 2 zie ik dat er een helemaal verstopt zit onder de dekens en dat er eentje onder een oud gordijn ligt in plaats van onder het haar aangeboden donskdeken. Ik zie ze liggen en bewonder mijn kinderen om zoveel branie en zelfredzaamheid.
Ik lag nog 1,5 bladzijde in ‘Machten der duisternis’.
5 u 40.
De wekker gaat.