Hij klokt alweer over halfweg, die fijne zomer van 2019. Aangezien manlief telkens pas in augustus vakantie neemt, heb ik er als ‘onderwijsmens-met-al-die-vakantie-weet-je-wel’ enkele weken opzitten waarin ik overdag de kindervreugde solo voor mijn rekening heb genomen.
Met nog maar één kleuter in huis, zien mijn zomerdagen er helemaal anders dan pakweg 3 jaar geleden. Geen potjes, papjes en en dutjes meer. Ik hou het bij deze ene stelregel: Vertrek nooit ergens heen zonder een drinkbus water.
Vakanties moeten niet volgesjouwd en volgepropt zitten met 97 uitstapjes per dag. Voor mij mag er af en toe eens een Kondodagje thuis tussen zitten ook. De kroost is daar minder van overtuigd en durft daar al eens een zaag over te spannen. Edoch, uiteindelijk vinden ze thuis altijd wel een creatieve bezigheid en vergeten ze op den duur dat ze zich aan het verveeeeelen waren.
Nu de kinderen de weldadigheid van zomerkampen mét overnachting hebben ontdekt, ben ik plots heel af en toe ‘ns helemaal alleen thuis overdag en eigenlijk vind ik dat helemaal niet onprettig.
Toch de hort op? Dan kan ik je wel even op weg helpen met enkele evergreens voor onze kroost.
De Sierk
In Familiepark De Sierk in Klemskerke is altijd, maar dan ook altijd leuk. In dit speelpark installeer ik mij met een goed boek, spreek ik met de kroost af dat ze één iets mogen kopen om te eten of te drinken, zo ongeveer anderhalf uur na aankomst en dat ze voor de rest hun plan moeten trekken.
Uiteraard doe ik af en toe mijn toer om te kijken of alles kits is met iedereen. Maar eigenlijk kan er je kind in de Sierk niets overkomen. Alles is er zo heerlijk chill en zo magnifiek goed gevonden. Er is een leeuwenkuil met een echte pluchen leeuw, er is een plek waar het grut met recupmateriaal kampen kan bouwen, er zijn glijbanen, draaidoeken, hokjes gevuld met plastic beesten en caravanachtig iets waar de kinderen met poppen kunnen spelen, er zijn grijpkraantjes … . Dit allemaal heel erg oldskool, maar och zo tof, ook voor onze grote broer die met zijn 10 lentes, zomers, winters en herfsten echt nog helemaal in de doelgroep past.
Cirque plus
Ook Cirque plus , het jaarlijkse 3-daagse circusfestival in de tuinen van het Grootseminarie in Brugge staat bij ons met stip op de agenda. Mooi meegenomen is dat nagenoeg alle voorstellingen gratis zijn. Met de fiets staan we er in een kleine 3 kwartier en ook hier spreken het ambachtelijke en het ongedwongene van alles ons enorm aan.
Grote broer is al jarenlang een enthousiast lid van Circus Woesh. Voor hem was het dus extra leuk meegenomen dat zijn lesgevers er ook waren en dat hij ook al een paar kunstjes kon laten zijn met het aanwezige speelmateriaal van Woesh.
Dit jaar had ik wel voor het eerst het gevoel dat Cirque Plus wat te populair aan het worden is. Een peuter verlies je hier zo uit het oog. Thank god dus, dat ik er geen bij had. Afspreekplekjes vastleggen voor het geval je een kind uit het oog verliest, is hier dus zeker een must.
Kunstenfestival Watou
Naar de poëziezomer van Watou nam ik dit keer enkel het kleinste sprotje mee wegens maar één kind beschikbaar. De rest was weg met Kazou.
Inhoudelijk vond ik alles ietsje flauwer dan dan de editie van 2017 die ik samen met een lieve vriendin met heel veel verteltalent, haar 3 kinderen, mijn 5-tal en één geleend exemplaar ging bezoeken. Wat ons dit jaar ondanks wat pas- en meetwerk niet is gelukt.
In de verschillende binnenruimtes was er niet echt één specifiek werk dat me meteen aansprak. Alles kwam nogal lauwtjes over. Zo van: ‘Oei het is weer poëziezomer in Watou, wat moeten we nu weer verzinnen?’
De nieuwe begraafplaats had met het venster naar niets had wel iets beklijvends. Ook het koffiehuis De Filosoof bleek een ontdekking.
Dranouter
Ben je nog nooit in Dranouter geweest? Ga dan alstublieft eens en vertel mij hoe het was. Ik ben er zeker van dat je het woord ‘fantastisch’ zult gebruiken in je omschrijving.
Ik ontdekte Dranouter in mijn studententijd toen kotgenoten me op sleeptouw namen. Sindsdien heb ik met een kort intermezzo wegens teveel getsjool met een te omvangrijke schare zeer jonge kinderen zelden een editie overgeslaan.
Dit jaar bracht ik de zaterdag op het festivalterrein door in het gezelschap van grote broer, het oudste neefje, kleine zus en het kleinste sprotje.
Ik pikte maar 2 optredens mee. Een van Jan De Wilde in de grote tent en een magistraal-ontwapenende show in de kerk van Wannes Cappelle, broeder Dieleman en Frans Grapperhaus. Voor de rest deinde ik rustig mee met wat de dag me bracht.
Dat magistrale moment nu: Op een kussentje vooraan in de kerk met mijn 2 meisjes dicht tegen me aan genoot ik van elke seconde, elke noot en elke lettergreep van wat Cappelle en co brachten. Het kwam niet in me op om op dat moment mijn camera boven te halen. Zo sacraal voelde ‘Dit is de bedoeling’ aan. Het leek wel telepathie toen Dieleman vertelde over zijn jeugdjaren in een reformatisch milieu in Zeeuws-Vlaanderen omdat ik in de wachtrij om de kerk binnen te geraken even verdwenen was in een boek van de Nederlandse auteur Franca Treur over dezelfde thematiek. Tel daar mijn kleinste sprotje bij dat met een vlekkerige stylo een huis met een hond en een schommel op mijn hand aan het tekenen was en je kunt je iets voorstellen bij mijn mindset.
En dan heb ik je nog niet verteld dat het optreden bij het vallen van de avond plaatsvond waardoor het stervende licht dat de ruimte binnenviel de sfeer nog feeërieker maakte.
Ik vond de 2 grote jongens terug op ons afspreekplekje. Ze hadden plastic bekers verzameld en hadden er een tolletje van laten maken. Ze hadden bonnetjes geruild met een ander gezin uit onze hometown dat zo mogelijk nog meer verslingerd is aan het jaarlijkse Dranouterfeest. Ze waren content, ze waren blij dat ze erbij waren, met mij in Dranouter.
Ik reed naar huis door de nacht. Ik haat autorijden, maar voor één keer vond ik het niet erg.
‘Uw kinders zijn uw kinders niet’, zongen ze in de kerk en ‘Wie niet kan tegenspreken is niet vrij’ (in het West-Vlaams uiteraard). Ik wist het al, ik wist alles wat ze zongen al maar het was oh zo mooi.